Stad Antwerpen (AG Vespa)
In 1620 breidde Peter Paul Rubens zijn Antwerpse woning uit met een monumentale portiek gebaseerd op een Romeinse triomfboog en een tuinpaviljoen naar eigen ontwerp. Vierhonderd jaar later zijn het de enige delen die van de oorspronkelijke gebouwen overblijven: tijdens een grote restauratiecampagne tussen 1937 en 1946 werden de woning en het atelier van Rubens onder leiding van stadsbouwmeester Emiel Van Averbeke in hun geheel afgebroken en gereconstrueerd. Het portiek en paviljoen ondergingen alleen een restauratie, zij het in de restauratiegeest van die tijd.
Restauratie-interventies
Van Averbeke koos ervoor om alle bepleistering en verflagen te verwijderen zodat de bouwmaterialen in hun ‘zuivere en natuurlijke vorm’ zichtbaar werden. De portiek bestaat uit twee kleuren: Belgische blauwe hardsteen en witte Obernkirchensteen, Avesnessteen en Ledesteen. Sinds verschillende restauratie-interventies maken ook allerlei andere steensoorten deel uit van het bouwwerk.
Het is niet duidelijk of er oorspronkelijk een bichrome afwerking was aangebracht. Materiaaltechnisch onderzoek van de nog aanwezige resten van verflagen en archiefonderzoek konden dat niet uitsluiten. Rubens koos alvast niet alleen voor de blauwe hardsteen vanwege zijn donkere tint, maar gebruikte de steensoort in de eerste plaats voor zijn mechanische en fysische eigenschappen.
Snelle verwering
De decennia na de restauratiecampagne van Averbeke ging de staat van de portiek snel achteruit. Een steenverharder en een hydrofobering moesten in de jaren zeventig de snelle verwering van de witte poreuze steensoorten tegengaan, maar zorgde er net voor dat ze sneller degradeerden met sculpturaal vormverlies tot gevolg.
Conservatie-restauratietraject
Door de slechte bewaringstoestand van het tuinpaviljoen en de portiek, startte het Rubenshuis in 1990 dit conservatie-restauratieproject waarbij ook meteen het labo Monumenten van het KIK betrokken was. In 1996 werd een geïmproviseerde dakconstructie geplaatst als noodmaatregel om verder materiaalverlies tegen te gaan.
2010 – 2012: concept en ontwerp
Vanaf 2010 werden de conservatiemogelijkheden nagegaan aan de hand van verschillende materiaaltechnische en bouwhistorische onderzoeken door een consortium bestaande uit het KIK, TNO (Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek), TU Delft en Lode De Clercq. Gelijklopend werden de verschillende mogelijke conservatieconcepten uitgewerkt door een experten commissie van Belgische en Nederlandse wetenschappers, kunsthistorici en conservators-restaurateurs.
2013: proefrestauratie
Het labo Monumenten onderzocht hoe ze de materialen van de portiek kon behandelen. De witte, poreuze stenen leidden aan materiaal- en vormverlies door waterinfiltratie, zoutcontaminatie en behandelingen uit het verleden. In de blauwe hardsteen traden barsten en breuken op. In 2013 ondernamen ze een materiaaltechnisch onderzoek en voerden ze een proefrestauratie uit om na te gaan welke behandelingen geschikt waren.
2014: definitief concept
In 2014 werd een definitief conservatieconcept voor de portiek en het paviljoen vastgelegd. Het doel? De interventies beperken tot het noodzakelijke zodat beide monumenten kunnen worden bewaard zoals Van Averbeke ze had gerestaureerd. Het voorzien van een beschermende dakconstructie werd voor de portiek werd hierbij als basisvoorwaarde vooropgesteld. Esthetische ingrepen om de monumenten mooier of leesbaarder te maken, waren niet aan de orde.
Restauratiecampagne
Tussen 2017 en 2019 volgde het labo Monumenten de restauratiecampagne op.
De tijdelijke dakconstructie, de bronzen vazen en de beelden Mercurius en Minerva werden verwijderd en een team van gediplomeerde conservator-restaurateurs gespecialiseerd in steen, muurschilderkunst en metaal startte met de restauratiewerken.
Een ploeg van vier gespecialiseerde steenrestaurateurs nam de gebeeldhouwde delen minutieus onder handen. Een jaar lang behandelden ze iedere steenschilfer waardoor het tuinpaviljoen weer een harmonieus geheel van licht pleisterwerk, witte natuursteen en donkerder hardsteen werd. De portiek kreeg zijn grandeur terug.
Vlinderluifel
Om de portiek te beschermen tegen verdere materiaalverlies was een beschermende dakconstructie noodzakelijk en er werd een unieke, glazen vlinderluifel ontworpen. De constructie van 30 ton werd op de binnenkoer van het museum in elkaar gezet en bestaat uit een drievoudig gelaagde glasplaten en roestvrije stalen profielen. De bronzen beelden en vazen staan op deze overkapping.
Europese Erfgoedprijs
Sinds 2019 begint een museumbezoek aan het Rubenshuis met een spectaculair zicht op de portiek en het tuinpaviljoen. Voor de restauratie van de portiek en het tuinpaviljoen won het museum in 2020 de Europa Nostra Award in de categorie Instandhouding (conservatie), een van de meest gerenommeerde erfgoedprijzen ter wereld.
De jury, bestaande uit erfgoedexperten uit heel Europa, prees niet alleen de restauratie van de enige overblijvende architecturale elementen van Rubens gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, ze was ook lovend over de glazen vlinderluifel.
Dit project kwam tot stand met de genereuze steun van Stad Antwerpen, Onroerend Erfgoed
Meewerken aan het erfgoedonderzoek van morgen?
Erfgoed is van iedereen. Samen zorgen we ervoor dat ook de volgende generaties ervan kunnen genieten.