Privéverzamelaar
David Bowie
De recente geschiedenis van de Heilige Catharina is wel heel erg bijzonder. Tot 2016 was het schilderij in het bezit van wijlen David Bowie, die niet alleen een wereldberoemd popicoon, maar ook een gedreven verzamelaar en bewonderaar van Rubens was. Door Tintoretto was hij zo gefascineerd, dat hij zijn platenlabel naar hem noemde.
Het altaarstuk met de Heilige Catharina werd geschilderd in de jaren 1560 voor de San Geminianokerk in Venetië. Dat gebouw werd in 1807 afgebroken in opdracht van Napoleon, waarna het schilderij na een kort verblijf in de Galleria dell’ Accademia in particuliere collecties verdween. David Bowie kocht het werk ongeveer 30 jaar geleden bij de Londense kunsthandel Colnaghi. Na de dood van Bowie in 2016 werd het werk verkocht als het werk van ‘Tintoretto en studio’. Sinds 2017 is het in langdurige bruikleen gegeven aan het Rubenshuis in Antwerpen.
Verrassend technisch onderzoek
In opdracht van de nieuwe eigenaar onderzocht de Cel wetenschappelijke beeldvorming van het KIK het altaarstuk. Meer dan een routineonderzoek om het creatieve proces achter het schilderij te achterhalen, stond er aanvankelijk niet op de planning. Maar toen de onderzoekers het schilderij onderwierpen aan radiografie en infraroodreflectografie, werden ze verrast. Onder de verflagen ontdekten de experten een spontane en virtuoos neergezette ondertekening. Die laat niet alleen zien hoe de schilder zijn compositie heeft uitgewerkt, maar vertellen ook iets over toeschrijving en datering.
Het onderzoek toont aan dat het werk volledig eigenhandig door de Venetiaanse kunstenaar is geschilderd. In de originele tekening werden de figuren naakt voorgesteld, om vervolgens gekleed te worden. En door de ondertekening te vergelijken met andere voorbeelden uit Tintoretto’s oeuvre, merkten de specialisten op dat deze techniek sterk overeenkomt met deze gebruikt door de schilder vanaf de jaren 1550 in de uitwerking van zijn ‘Sint-Joris en de draak’, bewaard in de National Gallery in Londen.
Meer diepte
Tintoretto bleef zijn compositie tijdens het schilderproces voortdurend aanpassen. Dat blijkt uit de vele pentimenti, de geschilderde correcties, die door de radiografie aan het licht kwamen. Zo paste hij de architectuur aan en voegde hij later de blauwe lucht boven de hoofden van de figuren toe om meer diepte te creëren. Diezelfde aanpassingen vinden we ook terug in andere werken van de Venetiaanse meesterschilder.