In december 2015 verwierf het Fonds Claire en Michel Lemay, beheerd door de Koning Boudewijnstichting, een luxueus getijdenboek, een opmerkelijk manuscript dat in drie campagnes, verspreid over bijna een eeuw, tot stand kwam. Het Tramerie-getijdenboek, dat rond 1430 in Parijs besteld werd en aanvankelijk onvoltooid bleef, reisde door Noord- Frankrijk voordat het in het eerste kwart van de zestiende eeuw in Doornik werd afgewerkt.
Het is een belangrijk boek voor de kennis van de Doornikse kunst, een aanknopingspunt voor de reconstructie van het oeuvre van een tot nu toe onbekende lokale verluchter, de Meester van Hugues de Loges.
Deze miniaturist is op zijn beurt de centrale figuur in een weinig bekend hoofdstuk in de kunst van onze streken : de geschiedenis van de miniatuurkunst in het Zuiden van de Habsburgse Nederlanden, op het cruciale moment dat de Italiaanse renaissance de plaatselijke tradities, geworteld in de laatgotische kunst, omverwerpt. Deze paradigmaverschuiving is heel duidelijk te zien in de ornamentiek van sommige boeken geïllustreerd door de Meester van Hugues de Loges.
Les Heures de la Tramerie is een boek dat af is, naar inhoud en naar vorm. De tekst leest heerlijk, de illustraties zijn van een uitstekende kwaliteit, bijlagen werken verdiepend, en achterin steken uitstekende samenvattingen in het Nederlands en het Engels, een verzorgde bibliografie en een accuraat register.
Le Maître de Hugues de Loges est au centre de la publication. (...) Tout cela constitue un apport très important à la connaissance de l'enluminure tournaisienne - d'autant qu'il s'agit d'une période jusqu'ici peu étudiée - et d'une manière plus générale à la connaissance de la production enluminée des Pays-Bas méridionaux.
Ainsi, par le style de son écriture, son propos et les longs développements qu’il fait sur l’histoire tournaisienne et sur celle de l’enluminure locale des derniers siècles du Moyen Âge, D. Vanwijnsberghe s’adresse aussi bien aux érudits locaux qu’au monde académique spécialiste des manuscrits enluminés. C’est là la grande force de son ouvrage.
Het boek werd in 2023 bekroond met de Joseph-Edmond Marchal Prijs van de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique (Classe des Arts).