Museum van de Stad Brussel - Broodhuismuseum
Onbekend is onbemind
De Fontein van de Drie Gratiën stond al jaren wat verstopt in een van de zalen van het Broodhuismuseum in Brussel. Door zijn donkerbruine afwerking, minimale belichting en onopvallende plaatsing, half verscholen tegen een zuil, was dit beeldhouwwerk weinig aantrekkelijk voor de museumbezoeker. Hierdoor ontsnapte het ook lange tijd aan de aandacht van onderzoekers.
Bezorgd over de vele breuken in de sokkel, nam het museum contact op met het KIK voor een restauratie. Gezien de vele vraagtekens rond de gebruikte materialen, de restauratiegeschiedenis en herkomst van de fontein, stelde het KIK een interdisciplinair onderzoeksteam samen. Zij zouden alle nodige gegevens verzamelen met het zicht op een restauratie.
Beeldschoon marmer
Eerst werd de fontein minutieus fotografisch gedocumenteerd om de bewaringtoestand te bepalen. Daarbij werd iedere lacune, barst, kras en zelfs haarscheurtje in kaart gebracht. Door verwering en erosie zijn de gesculpteerde vormen op verschillende plaatsen verzwakt. De leesbaarheid wordt verder verstoord door scheuren en lacunes, in combinatie met de bruine afwerkingslaag. Bovendien doen slecht uitgevoerde gipsaanvullingen afbreuk aan de expressie van het beeldhouwwerk.
Het materiaaltechnische onderzoek bracht voorts aan het licht dat de fontein, die is opgebouwd uit een afgeknotte piramidale sokkel met daarop de drie gratiën, volledig in Italiaans Carraramarmer is vervaardigd. Deze identificatie werd bevestigd met petrografische analyses en een isotopenanalyse. Het prachtig wit marmer, met zijn subtiele kleurnuances en aders, was al sinds de 19de eeuw bedekt door een bruine afwerkingslaag. Die werd vermoedelijk aangebracht ter bescherming of als artificiële patina, maar heeft door zijn kleurverschillen en vlekkerig karakter een zeer heterogeen en storend uitzicht.
Een nieuw topstuk
Stijlvergelijkend onderzoek en archiefstudie zorgden geheel onverwachts voor een toeschrijving aan het atelier Guglielmo Della Porta - Niccolò da Corte. Jean V de Hennin-Liétard zou de fontein in de eerste helft van de 16de eeuw rechtstreeks bij het Genuese atelier hebben besteld voor het binnenhof van zijn kasteel in Boussu. Daarmee is het Italiaanse meesterwerk een van de weinige marmeren renaissancesculpturen die u vandaag in Brussel kan bewonderen.

Proefrestauratie zet de bakens uit
De studie werd gevolgd door een proefrestauratie. Daarbij werden verschillende producten en methodes getest, die de basis vormen voor een gedetailleerd restauratieprotocol. Een proefbehandeling laat ook toe om het te verwachten resultaat en de haalbaarheid van de uiteindelijke restauratie in te schatten. De reinigingstesten waren vooral gericht op het efficiënt verwijderen van de storende bruine afwerkingslaag en van andere verontreinigingen zonder daarbij het marmer aan te tasten. Aanvullingen van de ontbrekende delen met een op kleur en textuur aangepaste mortel zullen de leesbaarheid verbeteren en het beeldhouwwerk terug in al zijn schoonheid tonen.
Een nieuw begin
Deze studie werd mogelijk gemaakt dankzij de steun van de Fondation Périer-D’Ieteren en bood een goed inzicht in alle waardevolle aspecten van de fontein. Ze onderstreepte ook het belang van een doorgedreven restauratie. Het Museum van de stad Brussel stelt op dit ogenblik het restauratiedossier op en zal dan de opdracht lanceren. Na een grondige renovatie van het gebouw, kan iedereen het topstuk van de Drie Gratiën binnenkort weer in volle glorie aanschouwen.