Ga verder naar de inhoud

Labo dendrochronologie

Onderzoek en datering van roerend en onroerend hout: dat is het terrein van de experts van het Labo dendrochronologie van het KIK. Zij bieden drie complementaire diensten aan: dendrochronologie, identificatie van houtsoorten en dendro-archeologie, de archeologie van hout.

Specialisten in houtdatering

Musea, lokale besturen, kerkfabrieken, privéverzamelaars… Iedereen kan een beroep doen op de expertise van het labo: houtdatering bij roerend en onroerend erfgoed uit de periode ca. 500 v.C. tot nu.

Dr. Christophe Maggi, dendrochronoloog: “De staalname gebeurt ter plaatse, op de werf, in het museum of bij particulieren thuis. Zelfs moeilijk bereikbare houtstructuren, zoals dakconstructies, vormen geen probleem. Daarvoor werken we met veiligheidskoorden.”

Het team Dendrochronologie bestaat uit kunsthistorici, archeologen en archeologische wetenschappers. Die mix van profielen garandeert een stevige wetenschappelijke onderbouwing van onze bevindingen. Ze werken ook nauw samen met andere experts binnen het KIK, zoals het Labo koolstofdatering, het Labo monumenten en monumentale decoratie, de kunsthistorici en de conservatie-restauratie ateliers.

Onze kennis en vaardigheden brengen ons ook naar het buitenland voor onderzoek, of om ervaringen en kennis uit te wisselen met andere dendrochronologen, kunsthistorici en archeologen.

Dr. Pascale Fraiture, verantwoordelijke van het labo

Dendrochronologie

Dendrochronologie is een methode om hout te dateren aan de hand van het ritme van de jaarlijkse groeiringen van bomen. Zo kan je bepalen wanneer een boom precies geveld werd om gebruikt te worden in houten beelden, schilderijen op paneel, bouwwerken, timmerwerk of vioolbouw bijvoorbeeld. In optimale omstandigheden lukt dat tot op een half jaar precies.

Dr. Pascale Fraiture: “Een dendrochronologische analyse levert meer op dan alleen een datering. Ze kan ook de geografische herkomst van het hout onthullen, wat toelaat om bijvoorbeeld handelsnetwerken te reconstrueren. Daarnaast levert de analyse informatie over hoe bossen geëxploiteerd werden (welk hout gebruikte men, en in welke gebouwen of objecten).”

Hoe we te werk gaan, is afhankelijk van het soort object en de staat waarin het zich bevindt. Een typische dendrochronologische studie omvat:

  1. voorafgaande expertise
  2. een aangepaste staalname: via kernen, verzagen of met digitale macro-foto's (niet-invasieve methode voor bv. kunstwerken)
  3. de bereiding van de stalen en meting van de jaarringen
  4. de synchronisatie van de dendrochronologische reeksen
  5. de datering
  6. de interpretatie van de resultaten en contextualisering
  7. een geïllustreerd verslag met het volledige protocol van de analyse, de resultaten van het onderzoek en de dendrochronologische gegevens.

Toepassing

Dendrochronologie kan toegepast worden op uiteenlopende objecten:

  • roerend erfgoed: schilderijen op paneel, beelden, muziekinstrumenten, platten van manuscripten, meubilair, industriële machines…
  • architecturaal erfgoed: dakgebinten, vloeren, lambriseringen, trappen, schrijnwerk…
  • archeologisch erfgoed: overblijfselen van bouwwerken, artefacten, putten, boten…

Identificatie van houtsoorten

De meeste houtsoorten hebben een eigen, kenmerkende anatomische structuur. Sommige kunnen we identificeren op basis van macroscopisch onderzoek, zonder een staal te moeten nemen, zoals eik, iep en beuk. Andere soorten vereisen een microscopisch onderzoek in ons labo.

“Dat gebeurt aan de hand van een staal van ongeveer 1 centimeter breed”, zegt Armelle Weitz. “Gebeurt de staalname door onze experts en wordt ze gecombineerd met een macroscopische analyse van het object, dan volstaat een staal van enkele millimeters soms al om het hout te identificeren.”

Het KIK is gespecialiseerd in de identificatie van Europese houtsoorten in archeologische objecten (droog hout, nat hout en houtskool) en kunstvoorwerpen (sculpturen en beschilderde panelen).

Dendro-archeologie

Een dendrochronologisch onderzoek kan aangevuld worden met een archeologisch onderzoek. Dat onderzoek gebeurt via de analyse van de sporen in het hout, maar ook via de studie van de aanwezige metaalelementen.

Sarah Cremer: “We kijken onder meer naar sporen en markeringen op en in het hout. Zo krijgen we meer inzicht in hoe het object tot stand is gekomen.”

Denk aan:

  • de verschillende fasen in het ontwerp en de uitvoering
  • de gebruikte gereedschappen en technieken
  • het beheer en gebruik van de houtbronnen op de bouw- of in de werkplaats (bv. aantal gebruikte boomstammen, hergebruik…)
  • de geschiedenis van het bouwwerk of het voorwerp (reparaties, onderbrekingen in het werk...)
  • ...

Het onderzoek kan zich ook baseren op metalen elementen, zoals armaturen en spijkers. Die leveren vaak aanvullende informatie op, die we niet kunnen achterhalen op basis van het hout alleen. Een voorbeeld: latere aanpassingen aan een bouwstructuur, waarbij het originele hout hergebruikt werd. Zo gaan we verder dan een pure datering en slagen we erin om de technieken en de knowhow uit het verleden te reconstrueren.

Een onderzoek aanvragen? Contacteer ons voor een eerste advies of gratis offerte.

Fraiture Pascale
Pascale Fraiture
Verantwoordelijke
Toon e-mail

Onze experts

Sarah Cremer
Vincent Labbas
Christophe Maggi
Armelle Weitz


We begeleiden u graag in de keuze van de meest geschikte analysetechniek of studie.

Raadpleeg onze prijslijst

Voor complexe studies komen we vooraf ter plaatse voor een prijsbepaling.